De studiedag die op het einde van de Week van de hoogbegaafdheid viel, bracht een aantal mooie momenten met zich mee.
Ten eerste kreeg ik mijn diploma als Expert in de hoogbegaafdheid. Ik krijg niet elke dag een diploma, dus het deed me toch wel wat.
Ten tweede was het een gelegenheid om een aantal dames terug te zien waar ik de opleiding tot Expert mee gevolgd heb. En dat is altijd een feestje, want we hebben zoveel gemeenschappelijk, en één van die overeenkomsten is dat we houden van lekker eten en veel babbelen.
EĂ©n van hen bekende dat ze eigenlijk niet veel vrienden had. En zich zelden ergens zo âthuisâ voelde in een groep, behalve dan bij deze bende dames.
Ik herkende dat deels wel. Ik heb het geluk dat ik in mijn opleiding tot bio-ingenieur wel een aantal hele goeie vrienden vond. Maar in de jaren daarvoor, op school, voelde ik me zo vaak de buitenstaander. En ik merkte heel erg dat ik maar beter niét mezelf was.
Wat wij (als mens) van vriendschap verwachten, en hoe we met anderen omgaan, verandert naarmate we ouder worden.
Vriendschap gaat door verschillende fasenÂ
- In een eerste, egocentrische fase, zijn we babyâtjes die naast elkaar spelen, niet echt mĂ©t elkaar.
- Daarna gaan we ons iets meer op het kindje naast ons richten, maar vooral omdat die nabij is. Vandaag heeft Jan een bal, en dat vind ik dan leuk, maar morgen is het Jana die een bal heeft, en dan vind ik Jana leuk.
- Wanneer we ouder worden, komt er een diepere band, met meer vertrouwen, maar er is toch nog steeds een grote vorm van wederzijdsheid. Oh, jij doet iets wat me niet aanstaat, ok je bent mijn vriend niet meer, doei!
- Tenslotte gaan we meer en meer van onze vriendschappen verwachten, wij geven vertrouwen, maar we verwachten er ook meer voor terug. Er ontstaat een hechtere band.
Wat zien we nu bij begaafde kinderen? Die gaan veel sneller door die fasen heen.
Dat brengt hele mooie dingen â mijn oudste zoon leerde zijn beste vriend kennen toen ze beiden 16 maanden waren.
âNooit gezien, twee peutertjes die zo verbonden zijnâ zeiden ze me. âZe hebben een echte bromanceâ.
En inderdaad, ook al ging het vriendje na de crÚche naar een andere school, het is nog steeds, meer dan 5 jaar later, zijn beste vriendje.
Maar het kan ook lastig zijn. Want diezelfde zoon kwam op een dag in tranen thuis, omdat een ander kindje op school koudweg had gezegd âJij bent mijn vriend niet meerâ.
âIk wilde één keertje niet mee voetballen, mama, omdat we al de hele dag gevoetbald hadden. Ik mag dat toch zeggen? Ik mag dat toch? Waarom wilt-ie mijn vriend niet meer zijn? Ik zie hem nog wĂ©l graag!â
Ik weet niet in hoeveel stukjes mijn hart toen brak, maar het waren er veel.
Snelle hoofdjes gaan sneller méér verwachten van vriendschappen, en dat âmatchtâ niet met de kinderen van hun leeftijd, die daar gewoon nog niet âzijnâ. Dat kan tot veel verdriet en teleurstellingen leiden. En veel teleurstellingen kunnen dan weer zorgen dat een kind zich wat gaat afzonderen⊠Want als je zo veel en diep voelt, dan komt dat allemaal ook nog eens extra hard binnen natuurlijk.
Om dan al snel het label te krijgen van introvert, niet sociaal, of zelfs het hatelijke âsociaal-emotioneel minder matuurâ.
Wat kan je doen?
Er zijn een aantal dingen die je kan doen om het makkelijker te maken voor je kind
- Erken de gevoelens, wuif het niet weg
- Kader naar je kind toe dat het vriendje dit niet zo bedoelde, maar dat die er gewoon anders over denkt. Jouw kind zou zoiets nooit zeggen, maar dat geldt niet voor iedereen. Het vriendje bedoelt het ook echt niet zo letterlijk als jouw kind dat misschien opneemt.
- Zoek ontwikkelingsgelijken, peers, die wél in dezelfde fase van vriendschapsverwachtingen zitten. Hoe? Dat kan in andere klassen zijn, bij hobbies, of misschien bij activiteiten die zich specifiek richten op snelle hoofdjes.
Het is niet altijd evident, ik weet het.
Maar als het een troost kan wezen â onderzoek toont aan dat er maar één nodig, één echte vriend, om je kind een boost te geven in zelfvertrouwen en het gevoel van âniet tĂ© anders te zijnâ. En ik kan je verzekeren â dat zijn de mooiste vriendschappen die je ooit gezien hebt.
Ik wens jou en je kind (minstens) één echte vriend toe!
Opmerkingen